Hoe vis je op snoek met dood aas?
Geen vis die zo tot de verbeelding spreekt als de snoek. Veel vissers vertellen dat ze deze mooie roofvis ‘s winters vangen met kunstaas, maar er is een grote groep sportvissers die de voorkeur geven aan dood aas.
Dat is omdat de snoek in de winter wat langzamer is en daarom de voorkeur geeft aan makkelijk te verschalken voedsel. Dood aas is voor de snoek erg aantrekkelijk. Gebruik een dode Voorn, Haring, Spiering, Sardine of kleine Makreel om de roofvis te verleiden.
Je kunt dood aas op twee manieren gebruiken: op de bodem, of met een dobber.
Bodemvissen met dood aas
Wanneer je met dood aas op de bodem vist gebruik je een loodje om het aas op de bodem te laten liggen. Deze vorm van vissen staat ook bekend als statisch vissen. Statisch vissen op roofvissen is vooral verstandig wanneer je met de aasvis moet werpen, zoals bij grotere wateren.
Om te zorgen dat het aas op de juiste plek komt heb je, naast wat vaardigheid, de volgende zaken nodig:
- Een karperhengel van ongeveer 3,60 meter, 2,5 lbs afhankelijk van het type water
- Een molen met nylon of gevlochten vislijn
- Een schuivend lood
- Een stalen onderlijn met een of twee dreggen
Het dood aas haken we met één haakpunt van de onderste dreg (aan het eind van de onderlijn) in de flank van het aas, net achter de kop. Zorg dat de haken naar de staart van de aasvis wijzen. Breng de tweede dreg aan bij de staart van de vis, waarbij de haken in dezelfde richting wijzen als de eerste.
Gebruik een pieper om te registreren wanneer je ‘beet’ hebt. Zorg dat je binnen 10 seconden de haak zet, anders slik de roofvis je aas (met dreggen) in.
Dood aas aan de dobber
Wanneer je de dobber goed hebt uitgepeild kun je via deze methode het aas net boven de bodem aan de roofvissen aanbieden. Behalve de materialen uit de vorige methode heb je hierbij een goed zichtbare snoekdobber nodig.
Zorg bij het aanbrengen van het aas dat de aasvis horizontaal in het water zweeft Roofvissen happen namelijk niet op een vis die verticaal hangt. Breng daarom één dreg in de rug aan, en eventueel een ander in de bek of staart.
Zorg ook bij deze methode dat je bij ‘beet’ binnen 10 seconden aanslaat om het inslikken van de haak te voorkomen.