Doodaas vissen: hoe moet dat eigenlijk?

In dit artikel leer je een aantal aspecten over het vissen met dood aas, daarnaast de verschillende vormen die gebruikt worden om met dood aas te vissen.

Snoeken en snoekbaarzen zijn beruchte rovers oftewel “roofvissen”, door hun slanke lange lichaamsbouw zijn het snelle jagers en kunnen ze gemakkelijker op andere vissen jagen. Snoeken en snoekbaarzen hebben een uitstekend reukorgaan waardoor ze hun prooi gemakkelijker kunnen vinden. Wanneer een snoek of snoekbaars een prooi eenmaal te pakken heeft, laten ze niet snel los. Ze pakken de vis met hun honderden scherpe tanden, de tanden lijken op weerhaakjes waardoor ze beter grip hebben om een vis vast te kunnen houden.

Omdat de roofvis van nature op vis jaagt, is het beter om met dood aas te vissen. De geuren, oliën en bewegingen van een aasvis zijn aantrekkelijker voor een roofvis dan een plug of blinkers. Vandaar dat wij adviseren om te vissen met aasvis.

Maar wat nu als je nog nooit heb gevist op roofvis met doodaas, hoe bevestig ik de aasvis aan mijn haak, en wat heb ik nodig ?

Montage hengel.

Voordat je dat lijn in het water gooit, komen er nog een aantal stappen vooraf. Deze stappen zorgen ervoor dat een roofvis sneller naar jou hengel zal grijpen. De volgende stappen zijn :

Je begint met een dobber, om de dobber heen komt een stuitje, een stuitje zorgt ervoor dat de dobber op de juiste hoogte blijft liggen, dit is ongeveer een halve meter tot een meter boven de bodem, afhankelijk van de diepte van het water.
Zodra je klaar bent met het aanleggen van de dobber en het stuitje, volgen de loodjes. Deze peilen de diepte van het water, ook wel peilloodjes genoemd.
Daarna knoop je een stalen onderlijn aan de vaste lijn waar de dreg(gen) aan vast zitten, dit voorkomt dat een snoek de lijn doorbijt.
En tot slot wordt er gekeken naar de grootte van een vis en welke rol een roofvisser aanneemt om een vis te kunnen vangen.

Statisch / Bodem vissen

Roofvissen gebruiken over het algemeen het liefst zo min mogelijk energie om een prooi te vangen, vooral bij lage watertemperaturen, daarom is dood aasvis voor een roofvis erg gemakkelijk en energiebesparend.

Er zijn verschillende manieren van vissen met dood aas, in dit kopje gaat het om statisch vissen. Statisch vissen is een van de gemakkelijkste vormen van vissen, je werpt het aasvis op een zo goed mogelijke stek en je wacht totdat een roofvis “de prooi” grijpt. Bij deze methode wordt er geen dobber gebruikt, maar wel een pieper.

Omdat statisch vissen over het algemeen als vrij langdurig en saai kan worden ervaren, kan een pieper een goede oplossing zijn zodat je niet urenlang hoeft te staren naar een dobber in het water. Zodra je beet hebt, gaat de pieper af.

Snoekbaarzen zijn “bodemjagers”, zij zullen niet snel naar het oppervlak komen om een prooi te vangen. Wanneer je aasvis monteert, prik je altijd de luchtblaas leeg, zo voorkom je dat het aasvis op het water blijft drijven.

Monteer de dreggen op de manier die aangegeven staat op de illustratie, zodat het aasvis stevig vast zit en op een natuurlijke wijze stil ligt in het water. Wanneer het aasvis op een onnatuurlijke wijze ligt in het water, zal een snoek minder snel naar een aasvis grijpen. Bij statisch vissen bevestig je meestal twee dreggen zodat er meer stevigheid is bij het inwerpen. De eerste haak wordt bevestigd aan de zijkant of de mond van het aasvis en de tweede haak bevestig je rondom de staart.

Floating

De tweede vorm van roofvissen is aan de oppervlakte vissen. Dit doe je met een floater, een floater is een balletje wat zorgt voor drijfvermogen van het aasvis zodat deze in het zicht hangt van een snoek, daarnaast houdt de floater het aasvis op een vaste afstand boven de bodem. Deze manier van aasvissen wordt gebruikt bij statisch vissen zonder dobber. Een floater zit gemonteerd aan een lijntje met een lusje, dit lusje wordt aan een dreg gehangen, zo valt het aasvis extra op voor de snoek.

Dobber vissen

Er zijn een aantal opties op een dreg te bevestigen, bij de meest eenvoudige optie prik je de dreg net voor de rugvin van het aasvis, hierbij wordt vaak gevist met een dobber, daarnaast hangt op deze wijze het aasvis op een natuurlijkere manier in het water aangezien roofvissen vaak vanaf de zijkant aanvallen. De tweede optie is het gebruik van 2 dreggen, deze worden aan de zijkant of mond van het aasvis gemonteerd, de eerste dreg aan de achterkant van de kieuw en de tweede dreg aan de achterkant van de buik aan het begin van de staart, bij deze manier wordt vaak gevist zonder dobber.

Zorg ervoor dat de luchtblaas(zwemblaas) van het aasvis wordt leeg geprikt. Een ander advies wat meegenomen kan worden is door een kleine incisie in de zijkant van het aasvis te maken, aasvis scheidt een bepaalde lucht af wat voor een roofvis aantrekkelijk is. Maak een kleine incisie aan de zijkant van het aasvis dan scheidt het extra geuren, oliën en bloed af, op deze wijze heb je meer kans op een snoek aan je dreg.

Vissen met lood

Wanneer je lood wilt gebruiken, betekend het dat je vist zonder een drijfvermogen, daarnaast kun je verder werpen als wanneer je dit met een dobber doet. Daarnaast hoef je geen diepte uit te peilen.

Je begint door het lood op de hoofdlijn te schuiven, daarna volgt er een rubberen stopper die de knoop beschermt. Tot slot knoop je de wartel aan en bevestig je de voorslag, zorg ervoor dat je de schuiflood boven de onderlijn monteert. Het lood schuift over de lijn, oftewel “schuiflood”. Zorg ervoor dat het lood zo licht mogelijk blijft, ongeveer tussen de 10 – 35 gram is voldoende.

Wanneer je te maken hebt met slecht weer, diep water of een sterke stroming is het genoodzaakt om zwaarder lood te nemen, ongeveer 50 – 70 gram, zo voorkom je dat de lijn weg drijft.

Kijk op de website voor verdere informatie over aasvis montage, handige accessoires en uiteraard het aasvis. En veel succes met het vangen van een roofvis.